Aantekeningen over een voettocht
In 2010 liepen we naar Rome. Volg onze voettocht in retroperspectief.
Lieve lezers,
In 2010 liepen Jo en ik van Canterbury naar Rome. In drie maanden liepen we met tent en rugzak dwars door Frankrijk, Zwitserland en Italië, ruim tweeduizend kilometer verder.
Iedere avond maakte ik aantekeningen over onze belevenissen: korte, luchtige verhaaltjes die we op een blog plaatsten. Direct na de voettocht haalde ik ze van internet, omdat ik niet tevreden was over de kwaliteit. Ik droomde van een bestseller en liet me – in de daaropvolgende jaren – afleiden door alle (on)mogelijkheden van het leven.
Toen ik de aantekeningen een paar jaar geleden afstofte, moest ik denken aan Stephen King. In Over Leven en Schrijven zegt hij dat je een verhaal moet laten liggen. Weersta de verleiding het meteen terug te lezen; na een paar weken leer je: “Het is niet zo briljant als ik dacht, maar ook niet zo slecht als ik vreesde.”
Al had King het over zes weken en niet over tien jaar, toch klopte het.
Wat moest ik doen? Herschrijven? De leukste verhalen verder uitwerken? Nog meer historische details toevoegen? Ik besloot te starten met die absurde vertelvorm van “we” naar “ik” te veranderen.
Na de eerste paar alinea’s liep ik vast. Het werd een compleet ander verhaal. Ik kwam er niet uit.
Ik kies ervoor deze tekst te laten voor wat hij is: een verslag van twee jonge mensen die samen naar Rome lopen. Het is misschien míjn tekst, maar het was niet míjn tocht. We liepen naar Rome.
Jo twijfelde iedere ochtend of we de dag wel doorkwamen. Ik stortte dagelijks in bij het zien van de eindbestemming. Had zij pijn aan haar knieën, dan droeg ik meer bagage. Was mijn water op, dan spaarde zij dat van haar.
Alleen was dit verhaal er niet geweest. Zij was nooit vertrokken. Ik nooit aangekomen.
Wil je onze verhalen lezen? Meld je dan vóór zaterdag 5 juli aan voor deze speciale nieuwsbrief via onderstaande knop* en ontvang zo dagelijks het verslag (+ foto) van twee jonge (naïeve) mensen die samen naar Rome lopen.