Zodra er iemand in ons huis klust, gedraag ik mij als een paria. Het liefste verstop ik mij op zolder tot ik de bestelbus hoor wegrijden. In de praktijk krijg ik na een paar dagen honger en sluip ik, langs de timmerman, naar de koelkast. Op de weg terug vraag ik hem of ik van mijn toilet gebruik mag maken.
Volgens Jo moeten we leren onszelf te blijven in het bijzijn van anderen. Zij vroeg laatst aan de loodgieter of hij nog wat nodig had uit de supermarkt, ze ging immers toch.
Ik kijk verwondert naar mensen die altijd en overal zichzelf zijn. Ik kan dat niet. Daarom wil ik ook geen hulp bij het huishouden.
Vóór corona hadden we een huishoudster, maar die nam ontslag omdat ze ons huis te rommelig vond. Na haar eerste maand belde ze Jo op: “Dit trek ik niet meer,” zei ze.
Ik was opgelucht: nu hoefde ik op dinsdagen niet meer urenlang te doen alsof ik iets zocht in het tuinhuisje.
Na een gesprek met de buurvrouw, kwam het onderwerp weer ter sprake. “Een huishoudhulp gaat ons vrije tijd geven,” zei Jo.
De buurvrouw had haar uitgelegd dat het inhuren van Irma, haar hulp, eigenlijk het aanschaffen van vrije tijd was. “Kortom, de beste investering in jezelf.”
Jo genoot zichtbaar van deze vondst, ze wist dat ik dit argument niet kon weerstaan, ik snakte al maanden naar meer vrije tijd.
Afgelopen maandag begon Irma bij ons en daarom stond ik op zondag het huis te boenen, terwijl Jo met de kinderen naar een speeltuin ging.
We hebben een ander idee over vrije tijd.
Het opruimen ging best lekker tot de deksel van de vuilnisemmer niet meer dichtging, meestal een teken dat de zak te vol zit. Liggend op de grond, probeerde ik de zwetende obese zak uit de te krappe emmer te bevrijden. Op weg naar de voordeur ontdekte ik dat de vuilniszak, via een gat aan de onderkant, zijn plas liet lopen. Ik denk van de spanning. Een paar keer vegen met het vaatdoekje was niet voldoende om het zure, gele spoor te wissen.
Irma zou morgen direct omkeren.
Tijdens het stofzuigen, boenen en dweilen besefte ik dat dit wel het andere uiterste was: wat kon Irma nog doen in zo'n brandschoon huis?
Ik klikte de slang los van de stofzuiger en trok een harig mengsel van kat en mens uit de zak. Ik haalde de kluwen uit elkaar en drapeerde haren en stof in de hal. Om zeker te zijn dat het voldoende opwaaide oefende ik een aantal keer met binnenkomen.
Uit de broodzak pakte ik wat droge korstjes en propte die tussen de bank, in de badkamer schreef ik met scheerschuim de naam van mijn zoon op de spiegel.
Tijdens het aanbrengen van appelstroop op de televisie dacht ik na of vrije tijd eigenlijk wel in geld is uit te drukken.
Foto: Monsterkoi, Pixabay
Dat was weer een erg grappig verhaal! Zie het helemaal voor me!