Nadat ik onze elektrische waterkoker, in de vorm van een fluitketel, van het vuur haalde en met het smeltende apparaat nog in de hand naar Jo schreeuwde 'waarom alles altijd vintage moest', overtuigde ze me een weekendje weg te gaan. 'Even loskomen van de moetjes.'
Op 15 minuten rijden vond ik een klein huisje met rietdak inclusief waterkoker zoals bedoeld: wit en lelijk. Een paar uur later wandelde ik over Landgoed de Ginkel en probeerde ik mijn uitdijende lijst met taakjes te verdringen door naar bomen te kijken, herten te spotten.
Op het pad naast de midgetgolfbaan stond een witte partytent. Een jongedame achter een tafel met gestapelde blikjes frisdrank zei dat ik mij moest melden in het restaurant: 'In de Ginkeltuin geven ze het startnummer voor de trail.'
Ik zei dat ik geen startnummer nodig had, dat ik een hert zocht. Ik was wel benieuwd wat een trail inhield.
'Gewoon hardlopen door de natuur,' zei ze. Voor meer lastige vragen moest ik bij Gilbert zijn.
Gilbert, de enige van de organisatie met een groene jas, druk met een wit lintje en een boom, reageerde direct op zijn naam. Hij legde uit dat trail aantrekkelijker klonk dan route. Ze hadden verder een 'doe maar normaal' houding bij Trail Running Europe. Hij pakte een blikje van de tafel: 'Van de sponsor,' zei hij na de eerste slok. 'Energiedrank, plantaardig, niet echt lekker, wel goed voor aardbolletje.'
Ik bedankte.
Ook van Gilbert mocht ik meedoen met de trail. Ik vertelde dat ik in een huisje op het park zat en wandelde met als doel niets te moeten. Gilbert liep trails, 'de grote jongens'. Hij besloot ze op te noemen: '50 kilometer in Slovenië, 35 in Kroatië, 40 in Roemenië'.
Ik werd gered door een pezige kale man met bril in een Puma-trui die wilde weten hoe laat de wedstrijd begon.
'Wanneer je wilt,' lachte Gilbert. Daarna: 'Wij doen niet zo moeilijk, je mag nu.'
De man liep naar de startstreep, deed alsof hij wat op zijn horloge instelde. Toen er na een tijdje wachten geen deelnemer bijkwam besloot hij te vertrekken.
Gilbert: 'We doen aan verspreide start. Niet door Corona. Ik houd niet zo van dat georganiseerde. We zeggen gewoon "de tien kilometer start om 10 uur en om 11 uur". Zodra iemand zich meldt kan die starten.'
Ik vroeg me af of het "verspreide start concept" voor iedereen helder was. Op de parkeerplaats zag ik dolende hardlopers, ze hielden hun horloge en elkaar in de gaten. Ik wees Gilbert erop. Hij floot op zijn vingers 'De groep van 11 uur kan nu al.'
Ik moest plassen. In restaurant de Ginkeltuin was één wc. Tientallen mannelijke trailrunners vormden een rij. Een kleine runner, met een rood gestippeld sjaaltje in de nek, legde uit dat hij na twee koffie altijd moest kakken: 'onderweg is zo'n gedoe'.
Ik besloot de plas op te houden.
Buiten pielde een grijzige vrouw in een fluorescerend trainingsjasje een kleffe boterham uit het zilverfolie. Ze controleerde het beleg, scheurde het brood in stukjes en kauwde vrij lang en hard voor een vrij klein stukje brood. 'Focus,' zei ze ineens. Ik schrok. Zij: 'Volgend jaar New York'. Ik miste de vraag.
Terug bij de start stond Gilbert met zijn armen wijd open bij de startstreep. Voor hem stonden tien trailrunners. Hij telde terug: 'vier, drie, twee, één, PANG'. Hij liet zijn armen zakken en de deelnemers vertrokken. 'Mooi toch,' zei hij toen hij mij zag, 'mensen willen altijd een wedstrijdelement, ik doe niet zo moeilijk. Wil je een winegum?'
Een echtpaar - 'Wij lopen ieder weekend 12 kilometer' - vroeg of er nog bijzonderheden op de trail waren. Gilbert antwoordde met wat losse woorden: '220 hoogtemeters, heide, zandvlakte, bossen, genieten.'
Het echtpaar leek niet tevreden.
Uit zijn achterzak pakte Gilbert een wit lintje: 'Als je straks beseft dat je deze al even niet meer hebt gezien dan zeg ik je, omdraaien. Dat is het enige speciale. Altijd de witte lintjes volgen. Oja, en voor 17:00 binnenkomen. 4,3,2,1, PANG.'
Ik vroeg hem wat hij deed als er iemand vlak na vijven binnenkwam.
'Dan krijgt die ook een mooie medaille en een blikje. Het gaat om het idee hè. Laatst had ik die witte partytent al helemaal ingepakt toen er nog eentje uit het bos kwam. Die had de hele route achteruitgelopen. 20 kilometer. Dan ben je niet normaal toch? Hij kreeg ook een medaille en een blikje. Je bent niet meer of minder voor mij. Er zitten gekken bij hoor.'
Hij stopte de ene naar de andere winegum in zijn mond en somde alle verkleedpartijen op die hij door de jaren heen had gezien: 'Dinosaurus, Spiderman, Mario, Donald Trump.' Zelf had Gilbert geen gekke rituelen. 'Niet tijdens het rennen dan.'
Hij werd geroepen, de eerste kandidaat kwam binnen. Hij maakte een foto: 'Je kan hem als muismat of mok krijgen.'
De deelnemer was in de veronderstelling dat de route vandaag twaalf kilometer zou zijn.
'Tien of twintig,' zei Gilbert. 'Staat op de poster.'
De man zei dat zijn trainingsplan zo in de war werd geschopt 'over een maand loop ik de 30 in Tiel'. Hij besloot de eerste kilometers van het parcours nog eens te rennen.
Gilbert: 'Wil je een pang?'.
De man was al vertrokken.
'Je krijgt niet nóg een medaille hè!' riep Gilbert hem achterna. Daarna tegen mij: 'Misschien ook wel, ik zie wel.'
Ik kreeg een appje. De kinderen wilden zwemmen. Terug het huisje legde ik aan Jo uit dat ik ook een medaille had verdiend omdat ik, als enige op het park, niet bezig was geweest met de route van morgen. Gilbert zou het met me eens zijn. Hij was niet zo moeilijk.