De corona maatregelen zijn opgeheven, het is maart én hoog zomer in de Soester Duinen. Dat deze plek is ontstaan door schuivend ijs is lastig voor te stellen met onze voeten in het zand en de brandende zon in de nek.
Mijn kinderen hebben de teleurstelling dat er ook duinen zonder zee bestaan verwerkt en rollen door het zand. Verderop, richting een groep berken, roept een man naar zijn dochter. Er gebeurt niets, in de omgeving rond de man is geen loslopend kind te bekennen. Dan verschijnt er tussen de bomen een hondje. Ik besef dat de hoge piepende uitspraak “Mila, liefie” voor deze witte poedel-achtige is bedoeld.
Ik had ooit een man in de straat die altijd “Fred” vanuit het raam van zijn kamer zijn immense tuin in schreeuwde. Toen Fred een keer aanbelde voor zijn voetbal begreep ik dat de buurman geen hond had.
Ik had de baasjes van Fred en Mila graag willen verwisselen maar hoorde laatst dat de buurman met zijn nieuwe vriendin ergens in Azië een pluktuin is begonnen. Fred bleef in Nederland, hij is inmiddels oud genoeg voor een hond.
Discussion about this post
No posts