Hoeveel ruimte heeft een sedumplantje nodig?
Van alle vragen die ik vanmorgen op de Ranzijn-medewerker had afgevuurd – hoeveel zon is goed? Is extra water geven nodig? Mag ik tegen ze fluisteren, ook als dat mij persoonlijk helpt met issues? – was ik deze even vergeten.
Ik kwam – kreunend – overeind. Sinds een paar maanden kreun ik bij het verplaatsen van mijn lichaam.
Op de plek waar daarstraks nog onkruid stond, had ik als een bezetene een dozijn sedumplantjes tegen elkaar gepropt.
Wat is gepaste afstand toch een ongrijpbaar iets.
Ik moest denken aan mijn rijinstructrice, die na 25 lessen zei: “Ewout, besef je dat jij met je wegligging andere weggebruikers de stuipen op het lijf jaagt?”
Tierend haalde ik de plantjes weer uit de aarde. Hoe ver moesten die klotedingen nu eigenlijk uit elkaar?
“Afstand is een gevoel,” leerde ik van Patricia van Dalen (leer rijden zonder dwalen). “Je wilt uit de berm blijven, maar ook je tegenligger niet raken.”
Bij welke afstand voelt een sedumplantje zich senang?
Elke woensdag op het schoolplein sta ik naast een man die denkt dat we - begin jaren nul - samen in Alkmaar hebben gewoond. Ik ben gestopt met uitleggen dat ik daar nooit heb gewoond. Het hele misverstand boeit me niet eens zo; zo langzamerhand leer ik Alkmaar beter kennen. Het is alleen dat hij tijdens het praten steeds dichterbij komt.
Ik weet niet precies waar het omslagpunt zit, maar ergens tussen de vijftig en twintig centimeter wil ik heel hard gaan schreeuwen, hem omver duwen en het schoolplein afrennen.
Natuurlijk, het is triest: we zijn misschien wel het enige organisme dat met woorden aan een soortgenoot kan uitleggen dat die te dichtbij staat – en toch kom ik niet verder dan: “Inderdaad ja, Alkmaar blijft prachtig.”
Het internet zegt dat ik meer moet observeren, luisteren, ruiken, voelen. Dat een sedumplant met te weinig ruimte na enige tijd verbleekt, verschimmelt en afsterft. ‘Er is ruimte voor groei nodig. Dit geldt voor planten, dieren en ook mensen.’
Ik zet de plantjes terug, op gepaste afstand, en besluit ze even te laten.
Binnen ga ik verder met een tekening van een cavia voor mijn neefje. Hij is bijna jarig.
Als cavia’s ruimte nodig hebben, gaan ze duwen, krabben, knorren of verdwijnen in hun huisje.
Ik realiseer me dat ik meer een cavia dan een sedumplant ben.
Dank, nu wil ik ook weten of ik een sedumplant of een cavia ben. Ik neig naar sedumplant met incidenteel cavia-trekjes.