Tanja meldde in de appgroep dat haar darmen onrustig waren. Ze kwam niet naar kantoor. Het ene na het andere fruitsoort verscheen onder haar bericht. Ik was de enige met een ouderwetse "Beterschap". De reden? Ik begrijp emoji's niet.
Toen ik laatst hoorde over een winkelmanager van de Primark die - na het versturen van hartjes emoji's - bijna werd ontslagen, besefte ik: deze handicap vormt ook een risico voor mijn carrière. Sindsdien ben ik als de dood om een grensoverschrijdend stuk fruit naar een zieke collega te sturen.
Het ging al eerder verkeerd. Toen een andere collega schreef dat zijn hond onder een auto was gekomen heb ik per ongeluk “tranen met tuiten” gelachen. Onder de tekst “Oma is vannacht gestorven” reageerde ik blijkbaar met een high-five in plaats van een biddende emoji.
Dat waren dan nog de multi-interpretabele icoontjes. Bij fruit weet ik het echt niet. Wat stuur je een zieke collega? Een banaan? Perzik? Aardbei? Druif?
Als ik nadenk over het ontstaan van mijn emoji-dyslexie kom ik altijd uit bij groep 2 van basisschool de Regenboog in Oosterhout. Na een dag kleuren liet ik Juf Annieke mijn tekeningen zien. Ze stak haar duim op: "Jij krijgt vandaag een pluim." Toen ik uren later begreep dat die pluim er nooit zou komen ben ik huilend naar huis gerend. Ik wilde niet meer naar school.
Sindsdien wantrouw ik mensen die zichzelf bij heftige emoties ineens gaan uitdrukken met vage beeldspraak of grappig bedoelde icoontjes.
Donder op met je grommende smiley, die halo boven het hoofd of dat aapje met handen voor de ogen. Ik voel aan alles dat er iets gaande is, ik heb alleen geen idee wat je me wilt zeggen.
Ik besprak mijn emoji-dyslexie met mijn jongere, hippere collega Zoë. Ze dacht even na. 'Bij twijfel moet je mijn opa nadoen' zei ze. 'Stuur gekookte rijst of een maiskolf. Altijd goed'.