Het bos is afgezet met rood-wit lint. Ik zie groepjes bomen die om onduidelijke redenen tot elkaar veroordeeld zijn. Omdat ik geen aanwijzingen voor een misdrijf of een processierups zie, loop ik richting zo’n groepje. Op het rood-witte lint staat het logo van Survival Bond Nederland en plots herken ik in de touwladders, visnetten en autobanden de hindernissen. Je zal als Oekraïense de bus uitstappen en mensen zien slingeren om te overleven in het Zeister Bos, ze glimmend van trots de oorkonde van Survival Bond Nederland in ontvangst zien nemen.
Ok, ik weet het, het is flauw om alles wat ik vanaf nu meemaak af te zetten tegen de oorlog. Ik mag dan ook niet meer schelden als ik mijn teen stoot, klagen over de regen en woorden als held, strijd, dapper enkel nog bij echte rampspoed in de mond nemen.
Ik kan mijzelf niet dapper noemen. Sterker, ik ken niemand die mij dapper noemt. Aan een survivelrun heb ik mij nooit gewaagd. De triatlon op Camping Kasteel Ooijen in Broekhuizenvorst, de plek waar ik eind jaren 80 met mijn ouders op vakantie ging, komt nog het dichtste in de buurt. Voor mijn gevoel won ik die triatlon altijd, net als de tafeltenniscompetitie en het open podium. Het kwam door de oorkondes. Na iedere activiteit - zeker zeven per dag - kreeg je zo’n karton met een zwart-witte medaille en je naam eronder. Na een week vakantie was onze voortent een soort eregalerij.
Ik zie iedere boswandeling als een survivaltocht. Ik ben bang voor honden en om de een of andere reden hoeven die in een bos niet aan de lijn. Als ik ga hardlopen mijd ik daarom het bos. Laatst vond ik het tijd om afscheid te nemen van deze angst. Ik ben het fietspad afgegaan. Ik ben voorbij de slagboom het bos in gerend om me daar, in twintig minuten schichtig bewegend langs bomen en struiken, weer een weg naar de bewoonde wereld te manoeuvreren. Toen ik, hijgend en bezweet met een hartslag van honderdnegentig, bij het zebrapad stond kwam er een oudere man met een tas op mij af. Verwachtingsvol bleef ik staan tot hij bij mij was. Zonder iets te zeggen passeerde hij. De oorkonde bleef in zijn tas.