12.32 uur
Op het veld met seizoenskampeerders tref ik mijn jongste, slapend in de zandbak. Ik zag zijn schoenen als eerste, ze stonden keurig naast de rode skelter die weer evenwijdig aan de glijbaan stond.
Felicitaties voor een geslaagde opvoeding komen vaak onverwachts.
12.35 uur
Ik klop het zand van zijn kleren.
'Ik ben begraven door Max Verstappen', zegt hij.
12.36 uur
Een jochie in een Max Verstappen shirt zegt dat ik op Valtteri Bottas lijk. Zijn vader - ik gok Jos - is het hiermee eens. Hij vraagt waar ik ga kijken. Ik begrijp te laat dat het over dodenherdenking gaat en niet over Formule 1. Ook besef ik dat onze kinderen voor het eerst wakker zijn tijdens het herdenkingsmoment.
Jos: 'Het is ieder jaar weer bijzonder hoe muisstil het hier vanaf half acht is.'
14.23 uur
Terwijl Jo wordt ingegraven door Max en Jos vraag ik het internet om hulp: "Hoe leg je dodenherdenking uit aan kinderen?".
Het internet is van mening dat jonge kinderen al op bed liggen. Het internet is nog nooit op een camping in Dronten geweest waar kinderen op steps en skelters rondrijden tot ze in de zandbak in slaap vallen.
17.18 uur
We maken een plan. Vanavond herdenken wij net als alle anderen hier, in de voortent. We leren onze kinderen waarom we elk jaar twee minuten stil zijn.
19.40 uur
'Verdomme Jo. Waar zijn ze?'
Ongericht lopen we over het terrein. Op ons veld zijn wij de enigen die hun kinderen nog niet in de tent hebben.
'Zie je ze loeren?' fluister ik. 'Die fucking voorbeeldige ouders met hun seizoensplek.'
19.51 uur
'Ze zit hierboven.' Jo staat bij de speeltuin en wijst richting het huisje met glijbaan. 'Ze wil alleen niet mee.'
'Plan D, ' roep ik.
Jo steekt haar duim op. Plan D is: Donuts, bedoeld voor bevrijdingsdag.
19.52 uur
De oudste is om en helpt met zoeken naar haar broertje. Op een blauwwitte space-step scheurt ze over de camping: 'Taaatuuu, Taaatuuu, wie wil er donuts, wie wil er donuts?'
'Sssst, ' zeg ik.
19.53 uur
We omsingelen het sanitair gebouw. Er klinkt gestommel. De jongste kruipt onder de deur van het toilet naar buiten.
'Donuts?' zegt hij.
19.54 uur
We zitten in de tent. De taken zijn helder. De kinderen eten een donut, Jo zoekt de herdenking op haar mobiel en ik leg rustig uit dat er in Nederland oorlog is geweest. Dat kinderen toen niet met hun skelter..
19.55 uur
De jongste brult dat hij geen oorlog wil.
Ik zeg dat wij dat ook niet willen, dat de oorlog heel ver weg is maar dat vrijheid niet vanzelfsprekend is en..
19.55 uur
Er gaat een wesp op de donut van de oudste zitten.
19.55 uur
De oudste krijst dat er een wesp op haar donut zit.
19.56 uur
De jongste stopt met huilen. Vastberaden grijpt hij de elektrische vliegenmepper.
'Geen oorlog, ' schreeuwt hij en slaat om zich heen.
Ik probeer het ding, over de camping-tafel heen, af te pakken zonder zelf een schrok te krijgen.
Bij zijn derde poging slaat hij raak: eerst raakt hij de wesp, dan de donut. De donut vliegt tegen het tentdoek.
20.00 uur
Het is stil in de tent.
Iedere ochtend verlaten jonge gezinnen zoals wij, noodgedwongen hun huis. Ze vluchten, omdat blijven gevaarlijker is. Gezinnen met de pech op het verkeerde moment op de verkeerde plek in de geschiedenis te zijn.
Had ik eerlijker moeten zijn? Had ik moeten uitleggen dat de oorlog helemaal niet ver weg is, dat als we nu vertrekken we morgen in Kyiv zijn?
20.01 uur
Ik kijk naar mijn kinderen. Ze slapen.
20.02 uur
Op de Dam klinkt het Wilhelmus. Achter mij, op het tentdoek, zakt een oranje donut tergend langzaam naar beneden.