Ik wil de snelweg oprijden als het tot me doordringt dat er al enige tijd een geel pompje met behoorlijk wat ritmegevoel op mijn dashboard aan het knipperen is.
‘Even tanken, ‘ zeg ik tegen mijn dochter die vanachter vraagt waarom ik het stuur abrupt omgooi.
Ik kies voor Pomp 2, wanneer ik de slang in de tank stop blijft het stil: geen gezoem uit de pomp, geen trilling in de slang. Binnen, achter de kassa, zit een mevrouw met zwart krullend haar en een bril voorop haar neus. Van boven haar bril langs kijkt ze naar me. Ik kijk terug en hoop op een aanwijzing hoe deze pomp te activeren. Er komt geen handgebaar, geen bediende. Ik moet deze klus zelf klaren. Aha, het is is een pomp met pin: kortom eerst geld dan benzine. Ik hang de slang terug, zoek in mijn auto naar mijn pas.
Ook met de pinpas in het apparaat gebeurt er niets. Dan zie ik het briefje met de mededeling “Pin defect = Niet tanken.”
Als ik de auto naar achteren rij veert de mevrouw op. Kan ze eigenlijk wel zien dat ik niet getankt heb? Via mijn achteruitkijkspiegel zie ik dat ik de tankdop nog niet heb teruggedraaid wat het geheel nog meer verdacht maakt. Ze zet haar bril rechtop haar neus en gaat staan. Waarom gaat ze staan? Waarschijnlijk zit de overval-knop op de grond en moet ze staan om deze onopvallend te activeren.
Ik stuur de auto naar Pomp 4. Voor me staat een paarse BMW, ik zie niemand tanken en ook in de winkel is er niemand te zien behalve de mevrouw die mij niet meer gaat laten ontsnappen.
Opeens zwaait de autodeur van de BMW open en stapt er een robuust behaarde man uit. Hij schudt zijn hoofd en loopt recht op ons af. Ik vergrendel mijn deuren. Hij tikt op het raam. Ik doe het raam op een kiertje zodat er wel een stem maar geen pistool doorheen past. Ondertussen denk ik na over een ontsnappingsroute maar weet ook dat mijn tankdop nog los zit en ik niet ver kom zonder benzine. Daarbij, als deze carjacker mijn dochter ziet zal hij zijn poging wel staken. ‘Kijk, die meneer heeft een vraagje,’ roep ik overdreven hard naar achteren.
De man begint een technisch verhaal over een gebrekkige accu en dat het soms wel een kwartier duurt voordat zijn auto start. ‘Je kunt beter een andere pomp nemen,’ zegt hij. Ik vertel hem over de kapotte pin en met het gelijktijdig optrekken van onze wenkbrauwen erkennen we elkaars leed.
Terug bij zijn auto blijkt het optrekken van de wenkbrauw voldoende om de motor te doen starten. Met zijn deur halfopen rijdt hij - duim omhoog naar mij - weg.
Bij de eerste stap in haar winkel vraagt de mevrouw of ze de politie moet bellen: ‘Het leek erop dat die man ruzie met je zocht, is er iets aan de hand?’
Ik leg uit dat ik ruzie had met de pinautomaat en de man met zijn accu.
‘En Rusland heeft ruzie met Oekraïne, ‘ zegt ze, ‘en de rest van de wereld weer met Rusland en daarom kost het je vandaag 75 euro.’
Comments
No posts