‘Een sneue kakker op een step dat ben je.’
Ik werk op zolder en vang een gesprek op. Voor mijn huis staat een man op een elektrische step, naast hem een mevrouw met een linnen boodschappentas.
‘Het is een trottinette électrique,’ zegt de stepper, ‘goed voor het milieu.’
‘Duvel toch op,’ zegt de mevrouw. ‘Je vliegt iedere maand naar Frankrijk, alsof jij je ooit druk hebt gemaakt om de toekomst.’
De man kijkt naar beneden en wrijft over het stuur van zijn trottinette électrique.
Afgelopen zomer op het kampeerveld zag ik ook al een man met een step. Rond etenstijd, als zijn kinderen elkaar ophingen aan scheerlijnen, pakte hij het ding uit de voortent en scheurde het grasveld af richting de receptie. Een half uur later was hij terug met wat koude biertjes en wat andere excuses.
Van alle manieren om te ontsnappen aan je ouderlijke taak is het wegrijden op een step nooit in mij opgekomen. Niet in de laatste plaats door mijn droevige historie met mechanische voertuigen.
Op mijn vijftiende reed ik de gloednieuwe scooter van Vincent total loss tegen de oud-papiercontainer op de parkeerplaats van de hockeyclub. Op mijn zestiende kreeg ik door een misverstand de verantwoordelijkheid over een graafmachine die ik op mijn eerste werkdag tegen de bouwkeet van de aannemer parkeerde. Hetzelfde deed ik met een motorbootje in de haven van Drimmelen, toen was het geen bouwkeet maar een schip vol bejaarden. Mijn rijinstructrice zei ooit treffend: ‘Jij zit te veel in je hoofd en te weinig in deze auto.’
De mevrouw op straat heeft behoorlijk veel feitjes paraat over de trottinette électrique en oreert over de korte levensduur en beperkte mogelijkheden tot recycling. De stepper staat er roerloos bij. Op het moment dat de mevrouw dé genadeklap wil uitdelen en over het vervuilende productieproces in China begint, draait de stepper zijn rechterhand en rijdt van haar weg, de straat uit.
Ineens begrijp ik dat je een elektrische step niet koopt om ergens naar toe te gaan, je gebruikt hem om ergens weg te komen.
Momenten dat het universum zich tegen je keert, je het liefst door de grond wilt zakken, draai je met je rechterhand en rij je de kamer uit. Laat ze allemaal de tering krijgen.
Het lijkt mij wel wat.